Van 28 september tot en met 2 oktober is het Valpreventieweek! We staan hier extra bij stil door een casus met jullie te delen. De 75-jarige Amsterdamse mevrouw Brand heeft handartrose, de ziekte van Crohn en is een aantal keer in huis gevallen. Hoe gaan wij haar ondersteunen zodat ze zo lang mogelijk thuis kan blijven wonen?
Mevrouw Brand heeft haar eigen manieren
Mevrouw Brand komt bij de ergotherapeut met een verwijzing van de huisarts. De verwijzing betreft: “graag advies met betrekking tot hulpmiddelen en eventueel brace. In verband met handartrose heeft mevrouw beperkingen in het dagelijks leven waaronder huishouden, tuinieren en bedienen scootmobiel. Ook is mevr. een aantal keer gevallen, wil je dit meenemen in de behandeling.”
De ergotherapeut komt bij mevrouw Brand en geeft mevrouw Brand de ruimte om te vertellen hoe haar dagelijks leven eruit ziet.
Wie is mevrouw Brand?
Mevrouw Brand is een vrouw van 75 jaar, ze vertelt graag over wat ze allemaal heeft meegemaakt. Ze noemt zich zelf een doorzetter en ze wil niet afhankelijk zijn. Ze doet liever zoveel mogelijk activiteiten zelf met een beetje pijn, dan dat ze hulp inschakelt. Ze komt uit een gezin met veel oudere broers en zussen en heeft daardoor zoals ze zelf zegt, geleerd om snel voor zich zelf op te komen en zelfstandig te zijn. Ze heeft de ziekte van Crohn (chronische ontsteking van het maag- darmkanaal) en dat heeft haar hele lichaam kapot gemaakt, vertelt ze. Mevrouw heeft veel pijn, weinig kracht en gevoel in haar handen. Ze houdt er niet van als mensen haar vertellen hoe ze iets moet doen, ze wil liever zelf nadenken over hoe ze iets anders kan doen. Ze maakt gebruik van een stoma. Ze kan geen lange afstanden lopen en als ze in huis loopt, houdt ze zich vast aan alle meubels die in huis staan en ze doet het rustig aan. Mevrouw vertelt dat ze al een aantal keren gevallen is, ze is echter niet bang om weer te vallen, ze weet nu dat ze moet opletten en ze houdt zich goed vast als het nodig is. Ze is af en toe wel duizelig, ook tijdens het opstaan uit de stoel. Als de ergotherapeut doorvraagt geeft mevrouw verschillende antwoorden op dezelfde vraag, ze vertelt een aantal zaken meerdere keren en kan niet goed onthouden wat er is afgesproken.
Mevrouw woont alleen en haar huis is ingericht als een klein museum. Het huis staat vol en overal zitten herinneringen aan.
Hoe woont mevrouw?
Mevrouw woont alleen en haar huis is ingericht als een klein museum. Het huis staat vol en overal zitten herinneringen aan. Haar huis is gelijkvloers en ze heeft een redelijk grote tuin. Mevrouw heeft een dochter die ze regelmatig ziet. Mevrouw past vaak overdag op het hondje van haar dochter, ze geniet hier erg van. Ze heeft een mooie fauteuil staan waarin ze goed naar buiten kan kijken.
Welke activiteiten doet mevrouw?
Mevrouw heeft vroeger altijd als naaister gewerkt en was ook thuis gewend om veel kleding voor zichzelf te naaien, nu lukt dit niet meer omdat ze haar handen niet meer goed kan gebruiken. Ze werkt graag in haar tuintje, ze doet elke dag een klein beetje en voor de grote klussen komen vrijwilligers van het Leger des Heils haar helpen. Ze heeft sinds kort hulp in de huishouding. Dit wilde ze liever niet, maar de zware dingen lukten haar echt niet meer. Ze houdt er van om naar het winkelcentrum te gaan met haar scootmobiel en als het mooi weer is gaat ze er graag op uit richting landelijk Noord. Ook gaat mevr. vaak naar het Leger des Heils, vlakbij haar zit een locatie waar ze vaak heen gaat om gezellig koffie te drinken en soms eet ze daar ook.
Welke vraag heeft mevrouw?
Mevrouw heeft tijdens het ontspannen zitten vaak last van haar handen, ze wil dan graag meer steun rondom haar polsen. Mevr. heeft meer moeite gekregen met rijden op de scootmobiel, het harde handvat is pijnlijk voor haar handen en ze heeft geen optimale zithouding, ze zakt steeds onderuit en heeft dan moeite om weer recht te gaan zitten. Mevr. is wel bang om nog een keer te vallen.
Wat ziet de ergotherapeut nog meer?
De ergotherapeut signaleert bij mevrouw dat ze een verhoogd valrisico heeft. Ze is al een aantal keer gevallen, is af en toe duizelig, loopt moeizaam en houdt zich overal aan vast. Wanneer dit wordt aangegeven, praat ze hierover heen. Ze geeft dan aan er is wel eens iemand langs geweest die zei dat ze beugels op moest hangen, maar mevrouw vindt dat dat natuurlijk niet kan in dit huis.
Tijdens de behandeling van de hulpvragen van mevrouw laat de ergotherapeut het onderwerp ‘zo lang mogelijk veilig thuis wonen’ af en toe vallen en wordt er uitleg gegeven over het risico op vallen. In eerste instantie worden geen adviezen gegeven, ze heeft eerder immers aangegeven dat ze hier niet op zit te wachten.
Door het onderwerp bespreekbaar te maken en mevrouw meer inzicht te geven hoopt de ergotherapeut dat mevrouw zelf meer stil gaat staan bij haar eigen veiligheid en zelf misschien met oplossingen kan komen om de situatie zo veilig mogelijk te houden.
Gedurende het behandelproces, dat gericht is op de vragen van mevrouw en zijdelings een paar inzicht gevende gesprekken over vallen en veilig thuis wonen, veranderen er heel langzaam een paar kleine stapjes. Op een gegeven moment zijn er in huis toch een paar spulletjes weg. Mevrouw geeft aan dat ze nu toch wat meer ruimte heeft om veilig rond te lopen.
Gedurende het behandelproces, dat gericht is op de vragen van mevrouw en zijdelings een paar inzicht gevende gesprekken over vallen en veilig thuis wonen, veranderen er heel langzaam een paar kleine stapjes. Op een gegeven moment zijn er in huis toch een paar spulletjes weg. Mevrouw geeft aan dat ze nu toch wat meer ruimte heeft om veilig rond te lopen. Als de ergotherapeut na een paar maanden nog eens komt om te evalueren hoe het nu gaat met de pijn in de handen, komt mevrouw met de opmerking dat ze tijdens het opstaan uit de stoel is gevallen en hoe ze dit het beste kan doen. De ergotherapeut gaat samen met mevrouw kijken hoe mevrouw het nu doet en wat voor mevrouw kan helpen. Mw. Neemt veel steun op de polsen, waardoor deze meer pijn doen. Ook komt mevrouw niet naar voren in de stoel en zet mevrouw haar benen naast elkaar en ietwat naar voren. Met de tips van de ergotherapeut oefent mevrouw door tijdens het opstaan de volgende stappen te doorlopen:
- Eerst met de billen naar voren te komen in de stoel
- Voorover te leunen
- Voeten zover mogelijk naar achteren te plaatsen en het sterkste been achter
- De handen worden tijdens het opstaan niet gebruikt in verband met de pijnklachten.
- Als mevrouw staat wacht ze even met weglopen zodat haar hoofd niet licht wordt.
Dit alles lukt voor mevrouw. De ergotherapeut heeft tekeningen (zie hieronder) voor mevrouw gemaakt zodat ze deze stappen goed kan onthouden. Mevrouw hangt het blad naast zich op het raam zodat ze het goed kan zien en niet kan vergeten. Ook de dochter van mevrouw helpt mevrouw herinneren dat mevrouw het opstaan telkens op deze manier kan uitvoeren zodat de bovenbenen steeds sterker worden. Sterkere bovenbenen helpen ook tijdens het lopen en daarmee het verminderen van valgevaar. De ergotherapeut loopt deze keer de deur uit met het gevoel dat mevrouw steeds meer open staat voor het gesprek en dat de kans op vallen verkleind wordt. De ergotherapeut overweegt om mevr. Te adviseren om deel te nemen aan een In Balans training. Daar is ze nu misschien wel voor gemotiveerd.